Overleven in de wilde natuur
Tijdens deze les kwamen we wat meer te weten over hoe je kunt overleven in de wilde natuur. We kregen 8 teksten waaruit we mochten kiezen. We mochten dus kiezen over welk onderdeeltje we graag iets meer wilden leren. Zo vormden we telkens groepjes van 3 leerlingen. Na het lezen van de tekst, kregen we enkele vraagjes om samen op te lossen. Op het einde moesten we nog 3 weetjes opschrijven over de gelezen tekst. Deze weetjes stelden we aan elkaar voor. Hieronder vind je de weetjes per onderdeeltje:
Wist je dat...
Voedsel:
- je geen paddenstoelen in het wild mag eten.
- alle zoetwatervissen perfect eetbaar.
- vissen niet direct kunnen bijten aan hun hengel.
Water:
- een mens niet langer dan 3 weken zonder eten kan.
- 3 minuten zonder zuurstof kan.
- een plant kan zweten.
EHBO
- je met diarree naar de dokter moet gaan als er bloed bij zit.
- je 2 liter per dag moet drinken.
- als je urine bruin is, je uitgedroogd bent.
Kamp
- als je vuur hebt, moet je er zand en water over gooien als je het wil doven.
- je nooit een kamp moet bouwen bij bomen (bliksem)
- je een stevig kamp moet maken, want anders valt het om.
Dieren
- everzwijnen graag rollen in de modder.
- de eekhoorn zijn nagels vijlt aan de onderkant van een boom.
- het everzwijn in de grond woelt op zoek naar eten.
Hygiƫne
- je zelf tandpasta kan maken met as van verbrande houtskool.
- je zelf een tandenborstel kan maken met een klein stokje.
- je zelf een WC kan maken in de natuur.
Noodsignalen en beten:
- als je een adderbeet hebt je hier niet op mag zuigen, maar wel moet ontsmetten.
- als je uit het bos komt, je je altijd moet controleren op teken.
- als je een adderbeet hebt, dat je meteen je tocht moet stoppen en naar het ziekenhuis moet gaan.